Kerstmis

Start
Laatste nieuws
Biografie
Bibliografie
Jeugdboeken
Column
Eerder verschenen
Links 

 

 

terug

KERSTMIS

Vroeger was kerstmis het intiemste feest van het jaar. Een bescheiden feest dat gevierd werd in de kerk en in de intimiteit van het gezin. Bescheiden omdat de geboorte van een arm kind werd herdacht. Daarom ook waren de voorbereidingen voor dit feest eenvoudig. Pas op de dag voor kerstmis werden het stalletje en de kerstboom in de huiskamer gezet. ' s Avonds, als alles aan kant was en iedereen geurde naar zeep, werden liedjes gezongen, gelijk op met de kerstplaat van de Maastreechter Staar, een koor dat prachtig en diep zong, maar waarvan ik nooit een woord kon verstaan.
Kertstavond was al een feest op zich omdat ik mocht opblijven om naar de nachtmis te gaan, de mooiste kerkdienst van het jaar. In het holst van de nacht, in het feeërieke licht van de kerstbomen, had de viering iets magisch. Omdat ik misdienaar was kon ik vanaf het priesterkoor de stampvolle kerk overzien, weliswaar met omfloerste ogen, want het bleef vechten tegen de slaap. De kerk rook naar wierook, het hars van de dennenbomen rond het altaar, de feestelijke kaarsen, het wat muf riekende mos in de kerststal, het parfum van de notabele dames in de voorste banken en de stallucht die de boeren ook in hun zondagse kleren meedroegen: die melange van luchtjes was de speciale geur van de kerstnacht.
Uit zovele kelen klonken de liederen indrukwekkend op, eenstemmig gezongen doch meerstemmig klinkend. Met hun doffe stemmen bleven de mannen, die rechts in de kerk zaten, bij elk woord een kwartmaatje achter op de hoge uithalen van de vrouwen links in de kerk, die wat haast leken te hebben, alsof ze al naar huis wilden om de worstenbroodjes te gaan bakken. Worstenbroodjes of knakworstjes met wittebrood, dat was het feestelijk ontbijt, direct na de nachtmis.
Tot op een dag, op de middag voor kerst, een kerstman opdook in een van de winkels in het dorp. Hij zat op een stoel in de etalage, omgeven door de geschenken die we alleen nog maar hoefden te kopen. We waren verbijsterd. De kerstman, een echte heiden, die zo maar binnen werd gehaald in ons katholieke dorp. Vanaf toen werd alles anders. Elk jaar kwam de kerstman een dag vroeger en tegenwoordig geeft hij bij zijn komst sinterklaas een hand bij diens vertrek. De handel heeft kerstmis ingepikt. In de winkels die geen maat meer weten klinken de 'herdertjes lagen bij nachte' en 'nu sijt wellecome' gezongen door de Havenzangers en de Alpenzusjes. Wekenlang galmt Koos Alberts zijn 'stille nacht, heilige nacht' door de winkelstraten en mijmert André Hazes over zijn eenzame kerst door het verlies van zijn zoveelste weggelopen vrouw. Zelfs klinkt hier en daar nog het gemompel op van de Maastreechter Staar, nog net zo onverstaanbaar als vroeger. Het valt niet op in dit romantisch luisterbehang dat alleen maar bedoeld is om de oren warm te stoken voor de reclameboodschappen waarmee de liedjes worden onderbroken. In het hele gedoe is niets terug te vinden van de sfeer van Bethlehem, waar het kerstkind zou zijn geboren in de armoe van een stal. Niets van ouders die geen slaapplaats konden vinden en geen plek waar hun kind geboren kon worden. Kerstmis is niet meer het feest van de geboorte van een arm kind, maar het feest van de overdaad. Bij de kerstdis met champagne geven de mensen geschenken aan hen die hen na staan, om bij hen af te kopen dat ze het jaar door te weinig tijd hebben voor elkaar. En sommigen, wier harten week zijn gemaakt door Julio Iglesias en Corry Konings, kopen hun schuldgevoel af door naar de nachtmis te gaan. Maar geurt de kerk nog wel als toen?

terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
Copyright: Ton van Reen.
Contact: tonvanreen@planet.nl