|
Op het gebouw van het Museum Land van Valkenburg zien we het volgende staan: In mei 2003 verscheen de fameuze Bokkenrijders-reeks als verzamelbundel bij uitgeverij De Geus. De reeks was eerder in de vorm van vier afzonderlijke titels op de markt. De verzamelband blijkt in een behoefte te voorzien en is het afgelopen jaar al twee maal herdukt. DE LEGENDE VAN DE BOKKERIJDERS
In de tweede helft van de 18e eeuw waarde door Limburg een bende rond die zich De Bokkerijders noemde. Een groep van ruige mannen en vrouwen die een verbond met de duivel hadden gesloten en voor wie God en gebod niet meer gold. Op een dode hand waarin een kaars geklemd was, zworen ze trouw aan hun leider, de Zwarte Kapitein. De Bokkerijders waren niet zo maar een groep bandieten. De bende had zichzelf wel degelijk een doel gesteld: Limburg bevrijden onder het juk der overheersers. Immers, dit steenkoolrijke gebied werd uitgemergeld door de Kerk en door de Keizerin van Oostenrijk onder wiens heerschappij deze streek viel. Tegen die onderdrukking kwam één man in opstand. Hij vormde een bende die we nu nog kennen als De Bokkerijders. Zijn bendeleden hebben nooit zijn ware identiteit gekend maar noemden hem De Zwarte Kapitein. We beleven de avonturen van de Bokkerijders mee door de ogen van Martien, (Lennert Hillega) een jongen van pakweg veertien. Hij is de zoon van Willem Kromers (Leslie de Gruyter), een boer die met zijn gezin maar nauwelijks kan leven van de opbrengst van hun kleine boerderij. Martien heeft een oudere broer Driek (Wim Bax) en een jonger zusje Lotteke (Michelie Sparnaay). Zij is ernstig ziek en wordt behandeld door de chirurgijn Joseph Kirchhoffs (Eugene Bervoets). Dokter Kirchhoffs stelt vast dat Lotteke slechts kan genezen als ze gaat kuren in de Alpen. Dat is natuurlijk een dure reis. Verder heeft Martien een mysterieuze oom, genaamd 'Lei de Tinnegieter' (Joost Prinsen) Hij houdt zich bezig met alchemistische praktijken en spreekt in raadsels. Lei speelt een belangrijke rol in de avonturen die Martien beleeft. De armoede is groot bij de familie Kremers. Als de belastinginners -in opdracht van de schout- het laatste beetje geld en ongeveer de hele inboedel weghalen bij het gezin, weten ze welk gevaar er boven hun hoofd hangt. Ze zullen moeten gaan werken in de steenkolenmijnen, ook wel 'het graf van Limburg' genoemd. Bijna niemand kan de donkere mijnen overleven, de werktijden waren lang en de zuurstofvoorziening was zo slecht, dat de longen het al op jonge leeftijd niet meer volhielden en de dood erop volgde. Martien is bang voor die duisternis. Hij realiseert zich daarbij ook dat de steeds groter wordende armoede ertoe zal leiden dat Lotteke de Alpen nooit zal zien - tenzij hij wat onderneemt. Uit wanhoop besluit hij het belastinggoud te stelen dat de Schout (Hugo Metsers) uit veiligheidsoverwegingen heeft opgeborgen in de kluis van de Pastoor (Arthur Brauss).
Dat alles brengt Martien tot een wanhoopsdaad. Hij steelt van Lei het zogenaamde Koningswater en gaat naar de kerk, waar het goud is dat de boeren toebehoort. Met dat goud zou hij misschien zijn zusje beter kunnen krijgen. Hij is vastbesloten: hij gaat dat goud stelen. De pastoor betrapt hem echter bij die daad. Maar deze goede herder laat zich overtuigen door de intenties van Martien en werkt mee aan de diefstal. De Schout arresteert de volgende dag de Pastoor, waarmee Martien zo goed bevriend is. De gezagsdrager weet dat de zielenherder de echte dader moet kennen. De Bende van de Bokkerijders voelt zich óók bestolen omdat één enkele dief ze te snel is af geweest. Ze gaan jacht maken op het goud. De Schout zelf zal niet rusten voordat de dader is gepakt. De pastoor wordt ter dood veroordeeld en zal binnenkort worden onthoofd. Martien voelt zich zo schuldig, dat hij besluit om het goud terug te brengen. Maar tot zijn schrik ligt dat niet meer op de plek waar hij het verstopt heeft. Martien vermoed dat zijn oom Lei daar meer van weet, maar ook die blijkt verdwenen. Er breken bange maar ook spannende tijden aan voor Martien. Koortsachtig zoekt hij naar het goud, geholpen door Wolf (Philipp Zafirakis), een zwerversjongen die zijn beste vriend is. Het goud blijkt echter onvindbaar. Als Martien zijn oom Lei ontmoet, stelt die hem gerust, maar geeft Martien slechts een paar raadsels als sleutel naar de plek waar het goud nu verborgen is. Ondertussen raakt de Zwarte Kapitein steeds meer bevriend met Martien, hoewel die zijn tegenstander is. Martien heeft immers de sleutel naar het goud dat hij zo nodig heeft om zijn troepen in bedwang te houden. Anderzijds ziet de Zwarte Kapitein óók, dat Martien een intelligente jongen is die verder kijkt dan zijn neus lang is. Hij is iemand die hogere doelen nastreeft, ondanks zijn 'dromerigheid'. De Zwarte Kapitein herkent veel van zichzelf in de knaap en besluit hem te helpen bij de uitvoer van zijn plannen. Lei's stille wens gaat daarmee in vervulling. Pas als de Zwarte Kapitein van de Bokkerijders en Martien samenwerken tegen de Schout maakt de jongen een kans om naar de Alpen te gaan met zijn zusje. Zolang de boeren tegenover de bende staan is er echter weinig hoop voor de toekomst. Samenwerking is het credo. Die samenwerking wordt gefrustreerd door de schout; hij gooit voortdurend roet in het eten. Hij dreigt de Pastoor te onthoofden, zodat de zwarte Kapitein de zielenherder van het schavot moet redden. Hij maakt jacht op de zigeuners waar Martien goed bevriend mee is geraakt Hij werkt samen met de in- en inslechte Abt die zeer veel macht heeft in de streek omdat het klooster de eigenaar is van de mijnen in dit gebied.
Kortom, de Zwarte Kapitein en Martien moeten veel moeilijkheden overwinnen. Ze doen dat met de hulp van Anna Swinkels (Fidesse Hunter), de lieftallige heks die nogal gecharmeerd is van Dokter Kirchhoffs, hoewel ze hem een iets te brave sukkel vindt. Ze begint daarom steeds meer genegenheid te koesteren voor de Zwarte Kapitein... Ook Wolf (Philipp Zafirakis), het zwerversvriendje van Martien, biedt hulp. En natuurlijk is daar altijd Lei, de tovenaar die rommelt met chemicaliën en daardoor soms net op tijd de redding van het tweetal kan zijn. Uiteindelijk vinden de Zwarte Kapitein en Martien het goud en kan Lotteke - samen met haar broertje - de grote reis ondernemen. Een reis die Lotteke haar gezondheid terug zal geven en Martien de wetenschap dat er meer is onder de zon dan het kleine gebied rondom zijn boerderij dat hij tot nu toe maar kende Martien is volwassen geworden. En klaar om de 19e eeuw in te gaan... DE PRODUCTIE
Limburg, 1760. De Oostenrijkse keizerin heerst en legt de boeren zware belastingen op. Veel landarbeiders zien zich gedwongen in de levensgevaarlijke mijnen te gaan werken. Martien Kremers, een boerenzoon van 14 jaar oud, wil zijn familie van de ondergang redden en heeft een plan om het probleem op te lossen. Na de uitvoering daarvan moet hij vervolgens alles op alles zetten, om niemand achter de waarheid te laten komen. Hij krijgt te maken met de boeren, overheid en Bokkerijders. Het verhaal is ontleend aan 'De Legende van de Bokkerijders'- half historische, half verzonnen waarheden rond een Limburgse roversbende onder leiding van de 'Zwarte Kapitein'. Eerder schreef Ton van Reen er een boek over: 'Ontsnapt aan de galg'. Op dit boek is 'De legende van de Bokkerijders' geïnspireerd. De KRO gaat de dertiendelige familiedramaserie 'De legende van de Bokkerijders' uitzenden vanaf voorjaar 2000, zaterdagmiddag omstreeks 17.30 uur. De serie werd geproduceerd door Belbo Films. De KRO en Belbo ontwikkelden de drama- serie. 'De legende van de Bokkerijders' is een coproduktie tussen Nederland (KRO), België (BRTN), Duitsland (ZDF) en Frankrijk (France 3). Het was de eerste keer dat in een internationale dramaserie Nederlands als voertaal werd gebruikt. De legende van de bokkerijders werd geregisseerd door Karst van der Meulen (bekend van vele jeugdseries). Het scenario werd geschreven door Dirk van den Heuvel (schreef diverse jeugdseries en drama voor televisie), in samenwerking met Karst van der Meulen en Gemma Derksen- de Metz. Het project werd mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van het Stimuleringsfonds en het CoBo-fonds. Productiefeiten De opnamen vonden plaats op 25 locaties in België en Nederland, in de periode van 14 juli-31 oktober 1993. Er is opgenomen en gemonteerd op super16 film, en afgewerkt op video. Op de Duitse acteur Arthur Brauss na spreken alle acteurs Nederlands. Hij is nagesynchroniseerd. De serie heeft ruim vijf miljoen gulden gekost. |
Copyright: Ton van Reen.
|