terug
WOLVEN
Wintertijd is wolventijd. Nog in vorige eeuw konden de bewoners van de dorpen
in Limburg de wolven dicht bij hun dorpen horen huilen, vooral als de vorst
lang aanhield. De mensen waren bang, net als het vee dat loeide van angst.
Schapen en geiten waren de geliefde buit, naar in lange winters roofden de
roedels wolven zelfs koeien en paarden uit de stallen. Wolven waren nog een
echte plaag, vooral in die gebieden waar ze zich door het Jaar heen makkelijk
konden schuilhouden, zoals de Peel en de Meinweg. Namen als Wolfskuilen en
Wolfsven herinneren daar nog aan.
Tegenwoordig
geldt de wolf als minder gevaarlijk. Biologen denken zelfs dat er door bijgeloof
en angst een verkeerd beeld van hen is ontstaan. Hij zou niet gevaarlijker
Zijn dan een wilde hond en er gaan zelfs stemmen op om de wolf weer in Nederland
terug te brengen. De mensen in vorige eeuw wisten beter. Vaak vielen hongerige
wolven mensen aan en verslonden ze. Alleen al in het jaar 1811 werden in het
arrondissement Roermond dertien personen door wolven verscheurd. En van mensen
die vermist werden, werd aangenomen dat ze door wolven waren opgegeten. Maar
of dat waar is valt te betwijfelen. Waarschijnlijk Zijn veel jonge mannen
die tot de vermisten werden gerekend gewoon uit de streek gevlucht omdat ze
geen soldaat wilden worden in het leger van Frederik de Grote of Napoleon.
Of al die verhalen over wolven wel of niet waar zijn, zeker zit er in veel
vertellingen een kern van waarheid. Het volgende verhaal moet Zeker waar zijn,
omdat het in 1810 door de burgemeester van Helden werd opgetekend. In dat
jaar werd de vierjarige Judith Geraerts door een wolf overvallen en meegesleurd
naar een moeras. Een paar dagen later zagen mensen uit Panningen een wolf
lopen met het hoofd van een kind in zijn muil. De burgemeester verklaarde
dat dit het hoofd van Judith was. Door deze gruweldaden maakten wolven zich
niet geliefd. Elke winter werden er in Limburg honderden wolven afgemaakt.
Bij de boerderijen werden wolvenklemmen gezet waarin, zo getuigen de politierapporten
uit die tijd, ook andere dieren werden aangetroffen zoals wilde honden en
katten. Maar ook mensen die op de erven niets te zoeken hadden liepen in zo'n
val. Menig dief werd zo gevangen en ook boerenknechten die 's nachts voor
weerwolf speelden werden zo ontmaskerd.
Toen er maar geen eind aan de plaag kwam, zetten de bestuurders soldaten in
om de wolven uit te roeien. De Limburgse bossen en heidevelden werden uitgekamd.
Alle wolven werden afgemaakt. Alleen de weerwolven lieten zich niet zo makkelijk
uitroeien. Tot in deze eeuw bleef deze menselijke variant van de wolf, die
profiteerde van de angst van mensen voor echte wolven, die dorpelingen schrik
aanjagen. Met de hulp van Satan zouden de duivelstrawanten zich om middernacht
in een wolf kunnen veranderen door een wolfsvel aan te trekken of de schedel
van een wolf op het hoofd te plaatsen. Tot zonsopgang konden ze dan als echte
wolven rondspoken.
Het kwaad van de wolven is uitgeroeid. Wie nu op een winterse nacht zijn hoofd
uit het raam steekt, hoort geen wolvengehuil maar het eeuwigdurende gezoem
van de snelwegen. Of het lawaai uit de cafés, die in de eeuw van de
wolven om negen uur sloten maar nu pas om negen uur opengaan. De lange nachten
tussen zonsondergang en zonsopkomst bestaan niet meer. De hemel is verlicht
door straatlampen en tuinderkassen. De tijd van de wolven is voorgoed voorbij.
Er is te weinig stilte en donker overgebleven voor angst.
terug